Op onze tocht naar Unter den Linden komen we eerst langs het Museuminsel dat met zijn antikisierende monumentaliteit de indruk maakt een dodeneiland van de kunst te zijn. Wie hier heen wordt geroeid en bijgezet, die is pas echt dood. Dan de Berliner Dom. Ook geen kleine jongen, en geen mooie jongen. Hij wil teveel. Daar tegenover dus het ' Palast der Republik' dat nu wordt afgebroken. De Oost-Duitsers noemden het spottend: ' Palazzo di Prozzo'.
Dan Unter den Linden. Overal lijken de zegekarren, standbeelden en vazen van de daken te tuimelen. Pilaren alom. Dorische, Ionische, Corinthische. Het is alsof de oude stadsarchitect telkens tegen zijn jonge, nieuwe opvolger zei: "Ik heb twee adviezen voor je als je het in deze stad wilt maken. Koepels en pilaren." Het is alsof er een soort Overtoom voor architectuur bestond: " Hallo, ik wil 40.000 Ionische zuilen, 40.000 Dorische en 45.000 Corintische. En doe maar 500 strijdkarretjes." Dat is snel!
Zellfs de enthousiaste schrijver van mijn mooie fotoboek over Berlijn geeft het op pagina 229 op. Hij beschrijft een gebouw, met zijn "Korintischen Sauelen, Pilastern, Standbildern, Medaillions, Skulpturen, Reliefs, usw." De onthullendste woorden van het hele boek: "Und So Weiter!" Hij geeft het op!
Ik voel me gedekt. Ik mag het opgeven. Ik dacht, daar lopend, direct al aan Nietzsches werkje 'Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben' , waarmee hij protesteerde tegen het dode gewicht van het verleden dat men de mensen op de schouders plaatste, de wattenproppen van de musealisering die de jonge generatie in de mond werden geduwd. En zo voelt het nog steeds. Ook al is 'Bomber Harris' de Duitsers wat te hulp geschoten.
We wandelen verder over de Unter Den Und So Weiter. Op het kruispunt met de Friedrichstrasse -je weet wel, waar vroeger Cafe Bauer zat en de Konditorei Kranzler- slaan we af richting Checkpoint. Eerst even bij Cafe Einstein langs, waar het hippe, moderne en tolerante deel der natie zit. Jongeren die met hun Macbook zitten te wifi-en, zakenlieden met elegante pakken en Italiaanse actetassen. Zo'n slimme, nette man hebben de Berllijners ook als burgermeester gezkozen: Klaus Wowereit. Homo. "Und dass ist auch gut so," zei hij daarover. Het is inmiddels een gevleugeld woord geworden. We dronken heerlijke capuccino en aten tarte. We waren weer helemaal in het nu.
Maar in het geheim vindt DaPiet Unter den Linden maar prachtig. Hij stelt zich voor: de originele brug naar de Dom en het stadsslot. Aan de overkant van de Spree het oude Beursgebouw. Een groots geheel. Een pompeus, een Pruisisch Athene aan de Spree. Liever dat dan dit (als we uit Einstein komen): Friedrichstrasse, in de jaren 20 het hartstochtelijk hoererend hart van modern Berlijn, nu een doorsnee winkelstraat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten