Reizen is te laat komen. De stad die je wilt zien bestaat niet meer. Maar nergens kom je zo te laat als in Berlijn. Nollendorfplatz, Potsdamerplatz, Alexanderplatz. Alles geplatzt. Natuurlijk, DaPiet is een romanticus. Een zwelger in het verleden. Een zuchtende bladeraar in oude fotoboeken. Een detective ook. Met brokstukken, facades, overblijfselen en boeken een stad in je hoofd proberen te reconstrueren. Maar soms kun je het alleen maar verbijsterd opgeven.
Gisteren, 19 september, waren we op Alexanderplatz. We hadden het kunnen weten. En toch benam de moderwetse lelijkheid ons de adem. Een Berlijnse koopgoot. "Een koopriool," verzuchtte Plientje. Het mooiste was nog de kromming van de tramrails. Er staat een paarse Media Markt, de grootste van Europa. Bij de opening vorige week vielen bijna doden. Het zou een mooie gedenkplaat zijn geworden in de stad van de gedenkplaten: "Er shopte fuers Vaterland."
Berlijn is te vaak veranderd, niet alleen uiterlijk. Het was voor wie er ooit woonde al nooit te behappen. Alfred Doeblin (1878-1957), schrijver van 'Berlin Alexanderplatz', keert na de oorlog terug naar Berlijn: "Man spaziert los. Man registriert was es gibt und nicht mehr gibt, was man aus seiner Erinnerung streichen und in eine andere Sphaere einreihen muss, zu den Verstorbenen."
Hij overweegt: hier stond de massa in een delirium van vaderlandsliefde het uitbreken van de oorlog te vieren in 1914; vier jaar later marcheerden revolutionaire arbeiders met rode banieren langs dezelfde straten, de democratie leek te zijn gearriveerd. Eerste Mei, muziek en vlaggenzee. "Nichts mehr davon ist sichtbar, hoerbar, nichts von den Menschen, nichts von den Gebaueden. Diese Gegend ist eine Bodenpartie, durch die die Spree fliesst. So seht Geschichte aus."
Maar de tijd wacht voor niemand. De val van de Muur is ook alweer 18 jaar geleden. Er lopen hier jongeren rond die zich de val van de Muur niet kunnen herinneren. 'Komm, wir gehen zu Media Markt am Alex, der neue Nano ist ja affengeil!"
Gisteren, 19 september, waren we op Alexanderplatz. We hadden het kunnen weten. En toch benam de moderwetse lelijkheid ons de adem. Een Berlijnse koopgoot. "Een koopriool," verzuchtte Plientje. Het mooiste was nog de kromming van de tramrails. Er staat een paarse Media Markt, de grootste van Europa. Bij de opening vorige week vielen bijna doden. Het zou een mooie gedenkplaat zijn geworden in de stad van de gedenkplaten: "Er shopte fuers Vaterland."
Berlijn is te vaak veranderd, niet alleen uiterlijk. Het was voor wie er ooit woonde al nooit te behappen. Alfred Doeblin (1878-1957), schrijver van 'Berlin Alexanderplatz', keert na de oorlog terug naar Berlijn: "Man spaziert los. Man registriert was es gibt und nicht mehr gibt, was man aus seiner Erinnerung streichen und in eine andere Sphaere einreihen muss, zu den Verstorbenen."
Hij overweegt: hier stond de massa in een delirium van vaderlandsliefde het uitbreken van de oorlog te vieren in 1914; vier jaar later marcheerden revolutionaire arbeiders met rode banieren langs dezelfde straten, de democratie leek te zijn gearriveerd. Eerste Mei, muziek en vlaggenzee. "Nichts mehr davon ist sichtbar, hoerbar, nichts von den Menschen, nichts von den Gebaueden. Diese Gegend ist eine Bodenpartie, durch die die Spree fliesst. So seht Geschichte aus."
Maar de tijd wacht voor niemand. De val van de Muur is ook alweer 18 jaar geleden. Er lopen hier jongeren rond die zich de val van de Muur niet kunnen herinneren. 'Komm, wir gehen zu Media Markt am Alex, der neue Nano ist ja affengeil!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten