zaterdag 11 augustus 2007

Strohonden: Over Mensen En Andere Dieren

Wij kijken vaak naar de de wereld van de dieren, alsof wij op een hoger plan staan. Strevers naar waarheid, rechtvaardigheid en schoonheid, meesters van de eigen bestemming, hoog verheven boven de bloederige wereld van tand en klauw. En ja, wij doen de dingen vaak anders. We hebben de leeuwen de tanden uitgetrokken en elk buffeltje dat het dan toch nog niet redt, kan een invaliditeitsuitkering of een verzetspensioen krijgen.

Maar maakt ons dat anders naar ons wezen? John Gray schreef een boek ('Straw Dogs') over mensen en andere dieren. (Niet dezelfde John Gray overigens als van 'Vrouwen komen van Venus, mannen van Mars'). Eindelijk weer eens iemand met een duidelijk mensbeeld! De mens als dier namelijk. (Niet deze visie op zich maakt Gray origineel, maar de hardnekkigheid waarmee hij zich op alle idealistische filosofieen werpt.) De mens als succesvol dier. Zo succesvol als een virus. (De mens noemt Gray 'homo rapiens', de ziekte die hij verspreidt 'primateritis'. Vrolijke jongen! Moeilijke jeugd gehad.)

Gray heeft meer dan een emmertje mosterd gehaald bij Schopenhauer en Nietzsche, dat merk je. Maar in een tijd dat de meeste mensen niet meer te betrappen zijn op een duidelijk gearticuleerd mensbeeld is zijn boek, hoe zal ik het zeggen: verfrissend pessimistisch. Als je het nog niet deed: kijk eens een tijdje als Gray. Kijk een tijdje naar de mens als dier. (En bekijk vervolgens of je kunt leven in Grays pessimistische duisternis. Sommigen zullen zeggen: 'It's better to lit a candle than to complain about the darkness').

Enfin, hoe ik hier op kwam. Ik las in het boek een citaat van Nietszsche: "De aanvang van de rechtvaardigheid, -van intelligentie, matiging, dapperheid, moed, kortom alles wat wij met de naam socratische deugden aanduiden - is telkens dierlijk: een uitvloeisel van de driften die het dier leert naar voedsel te zoeken en vijanden te ontkomen."

En dat deed me denken aan de buffels in het filmpje dat ik gisteren plaatste. Dat filmpje stemde me optimistisch. Laat John Gray het maar niet horen. (Ik hoop later nog iets uitgebreider over zijn boek te schrijven.)

Geen opmerkingen: