zondag 30 september 2007

Praten Over Boeken Die Je Niet Gelezen Hebt

Dit is een boek dat ik niet gelezen heb. Maar waar ik toch over praat. En dat is mooi, want de titel luidt: "Comment parler des livres que l’on n’a pas lus?" Frans. Dat gaan wij dus sowieso niet lezen. Maar er is een Engelse vertaling: ‘How to talk about books you haven’t read?’ Die vertaling komt 30 oktober uit. Maar dat maakt dus niks uit. We kunnen het er nu rustig al over hebben. Ook al hebben we het niet gelezen. En ook al gaan we het niet lezen. Geen probleem. Volgens de schrijver ervan: Pierre Bayard.

Bayard –professor in de Franse literatuur en psycho-analyticus- snijdt een modern taboe aan: niet-lezen. Onze maatschapij is toch nog steeds een leesmaatschappij. We voelen ons verplicht boeken te lezen. We voelen ons ook vaak verplicht ze helemaal te lezen. (Boek-zappen doe je niet). En ja, je moet een boek ook gelezen hebben om er over te kunnen (mee)praten.

Bayard verdeelt zijn boeken in vieren: (1) “LI” wil zeggen “livres inconnus”: boeken die hij niet kent; (2) “LP”=“livres parcourus”: boeken waar hij doorheen heeft gebladerd; (3) “LE”= “livres dont j’ai entendu parler”: boeken waar hij over heeft horen praten; en (4) “LO”- “les livres que j’ai oubliés”: de boeken die hij heeft gelezen, maar waarvan hij de inhoud is vergeten. (Er zijn dus blijkbaar geen boeken die hem zijn bijgebleven. Maar goed, daar ben je tenslotte professor voor.)

Ulysses bijvoorbeeld is "LE" (3): veel over gehoord. (Voor dit boek: zie enquete onderaan de pagina.) Hij zegt dat hij het boek niet heeft gelezen, maar het wel kan plaatsen in zijn literaire context. Hij weet dat het een soort remake was van de Odyssee. Dat het eb en vloed van het bewustzijn volgt. En dat het speelt in Dublin binnen het bestek van 24 uur. Als hij college geeft, heeft hij het vaak over Joyce.

Hoe LePierre dit allemaal weet? Heeft LePiere de Franse editie gelezen? Is LePierre helderziend? Mais non. Maakt ook niet uit. Het is tekst, er zijn mensen die dat gelezen hebben, die erover geschreven hebben en dat staat op internet, het is een mening, het gaat over een thema. Daar zegt Bayard bepaalde dingen over en daar vind ik ook dingen over. En jullie vast ook. Dus wij kunnen het er over hebben. Tot we het boek gaan lezen. Of niet. Ik vind dit zo verfrissend mensen! Dat boek moet je willen lezen! (Slim mannetje, die Bayard).

Ik heb trouwens al een keer tussen neus en lippen laten weten dat ik vrijwel zelden een heel boek lees. Ik citeer uit boeken die ik nauwelijks of helemaal niet gelezen heb. En waarom ook niet? Ik heb een keer een geweldig essay geschreven over 'Der Zauberberg' van Thomas Mann. Een boek, waarvan ik toen net drie pagina's had besnuffeld (daar is het sindsdien ook bij gebleven.) En ik ben altijd in tien, twintig boeken tegelijk bezig.

Ik wist wel dat dat allemaal een beetje gek was. Maar het is altijd leuk als een professor zegt dat dat helemaal niet zo gek is. Tenminste: ik denk dat de boodschap is van dat boek. Nou, 30 oktober komt de Engelse vertaling. Hoe zit dat? Kan het echt? Praten over boeken die je niet gelezen hebt? On verra.

zaterdag 29 september 2007

"Alkohol Ist Das Dressing Fuer Deinen Kopfslalat"


En dan nu muziek. Op veler verzoek: Alkohol – Herbert Groenemeyer (1985). Gisteren nog geciteerd. Weer Duits. Ik ben wel bezig. Ik ben een halve Duitser, joh. Ik krijg ook geld van het Goethe-Instituut. Landverraad!

Superslecht clipje (22 jaar geleden, geen geld), aardige muziek, affengeile tekst! Mooi om te draaien op een herfstige katerdag.

"Wir haben wieder die Nacht zum Tag gemacht/ Ich nehm mein Fruehstueck abends um acht. Gedanken fliessen zaeh wie Kaugummi/ Mein Kopf ist schwer wie Blei, mir zittern die Knie. Gelallte Schwoere im rotblauem Licht/ Vierzigprozentiges Gleichgewicht. Graue Zellen in weicher Explosion/ Sonnenaufgangs- und Untergangsvision.

Was ist hier los, was ist passiert/ Ich hab bloss meine Nerven massiert. Alkohol ist dein Sanitäter in der Not/ Alkohol ist dein Fallschirm und dein Rettungsboot. Alkohol ist das Drahtseil auf dem Du stehst/ Alkohol Alkohol Alkohol.

Die Nobelscene trumt vom Kokain und auf dem Schulklo riechts nach Gras. Der Apotheker nimmt Valium und Speed/ und wenn es dunkel wird, greifen sie zum Glas. Was ist hier los, was ist passiert/ Ich hab bloss meine Nerven massiert.

Alkohol ist dein Sanitäter in der Not/ Alkohol ist dein Fallschirm und dein Rettungsboot. Alkohol ist das Drahtseil auf dem Du stehst/ Alkohol ist das Schiff mit dem Du untergehst. Alkohol ist dein Sanitter in der Not/ Alkohol ist dein Fallschirm und dein Rettungsboot. Alkohol ist das Dressing fuer Deinen Kopfsalat/ Alkohol Alkohol Alkohol..."

vrijdag 28 september 2007

Bieden Boeken Troost Bij Verdriet?

Pauline vraagt zich op haar blog af: helpen boeken bij verdriet? Om maar met gelijk met mijn deur in huis te vallen: Neen. De Botton mag dan op de omslag van zijn boek over de troost van de filosofie een hele huisapotheek aan heilzame schrijvers hebben laten fotograferen, wij weten wel beter. ‘Bij liefdesverdriet: Schopenhauer.’ Even niet. Al zijn het flinke pillen.

Verder verloopt het proces precies als Pauline beschreef: de grappige Bill Bryson opeens stompzinnig lichthartig, de melancholisch herdenkende Sebald veel te zwaar, een ander niet precies herfstig genoeg. Nee. Je bent op zoek naar het boek dat precies alleen voor jou geschreven lijkt. (Soms komt het voor. Als je jong bent. 'Heksensabbath' van Maurice Sachs bijvoorbeeld. Het had dan ook als ondertitel: "Verslag van een ondraaglijk leven.") Wat ik dan doe, bij verdriet? O, ik ga altijd drinken.

Alcohol doodt de worm die in ons is. Het komt op plaatsen waar andere schoonmaakmiddelen niet kunnen komen. "Alkohol ist dein Sanitäter in der Not. Alkohol ist dein Fallschirm und dein Rettungsboot. Alkohol ist das dressing für deinen Kopfsalat." (Herbert Grönemeyer).

Alcohol verhoogt het zelfmedelijden, het laat de tranen zo rijkelijk o vloeien. Muziek helpt daarbij nog eens enorm. Favoriet zijn de droefgeestige Theodorakis-liederen van Margarita Zorbala. Bijvoorbeeld ‘Dromoi Paloi’ (‘Old paths/ That I regard with infinte love and hatred’): haar donkere stem, een melancholieke fluit, en een bouzouki die rechtstreeks op de kattedarmen van je verdriet lijkt te tokkelen. Ik geloof dat Flop ook zo’n homeopathisch muziekbibliotheekje heeft.

Als het huilen Niagara-proporties bereikt, helpt alleen het ruisen van de zee. De zee, ja dat is de enige die me dan stil krijgt. Mijn verdriet lost op in iets groters, hoe onverschillig het daar ook aankolkt en wegglijdt, het is mysterieus troostend. Zoals ook de aanblik van de sterrenhemel niet je eenzaamheid opvoert met haar zogenaamd koude oneindigheid, maar juist geborgen in zich opneemt. (Zet hier Candlelight-muziek onder en je weet dat het bagger is. Daarom mogen alleen hele speciale mensen gaan dichten, als ze verdriet hebben. Zoals de gemankeerde DaPoetPiet al eens zei: men moet de umlaut die het verschil maakt tussen poetisch en poëtisch toch echt verdienen. En wat de gedichten van Anna Enquist betreft is het mij misschien vergund op te merken, dat ik hoop dat ze verder altijd gelukkig blijft.)

Natuur en muziek bieden troost. Boeken minder. En alcohol? In ieder geval zet zij het denken stop. En voert het zelfbedrog genadiglijk op. Als je op zo’n donkere dag al leest: hoogstens in eigen werk, om dubbeltongig te constateren: ‘Ik ben toch een genie!’

’s Anderendaags overbluft de lichamelijke pijn de geestelijke door overtuigend te suggereren dat ze erger is. Het voert de intensiteit van de ellende af via andere afvoerkanalen dan het hoofd, namelijk maag, mond en kont. Dit is het Grote Auskurieren.

Op de bank liggen als een herstellende; alle energie die je hebt gebruiken om zwakjes “O, o, o” te prevelen; kippesoep slurpen (1 boek heette “Chickensoup for the soul”: leuk geprobeerd!); kijken naar een kleine klompkever op een boomtak en dat helemaal het einde vinden.

Mij brengt alcohol -mits onmatig gebruikt- doorgaans terug in een middeleeuws universum dat nog die (door Huizinga zo fraai verwoordde) intensiteit van licht en donker kent: men zondigt, men valt; men doet boete, men richt zich weer op en wandelt naar een nieuw Compostela van de ziel.

Maar het is een paardenmiddel. En het is inmiddels uitgewerkt. Dromoi Paloi: Old paths that I regard with infinite love and hatred. Ik heb het de afgelopen maanden ook maar 1 maal gebruikt. Dat was toen jij een avond weg was, lieve Plientje. En sinds ik jou ken ben ik allang niet meer zo verdrietig als vroeger.

Dus, en, maar toch, mensen, als je leest: hij leest, dan gaat alles goed. Ik lees. Wat Plientje schrijft. En Marina en Flopke. En mijn oog valt op een leuk citaat: "Een dronken man mag van een kar vallen, maar bezeren zal hij zich niet want zijn geest bevindt zich in beveiligde toestand. Als dronkenschap dit al vermag, wat dan niet spontaniteit?" Troostrijk. Ook door die hele lichte toon van begripvolle Zen-ironie.

donderdag 27 september 2007

Duitse Humor: Hurz!

Duitsers hebben geen humor. We weten het wel zeker. Vergeet het maar! Ze hebben humor. Vind ik. Mijn favoriet is Hape Kerkeling. Hij werd bekend met het bovenstaande filmpje, 'Hurz!' genaamd. Hij en zijn pianist voeren een zaaltje muziekliefhebbers tot aan de grens van de waanzin. "Der Wolf! Das Lamm! Auf der gruenen Wiese. Das Lamm schreit: Hurz!" (En zo schitterend, op het einde, die vrouw die kinderlijk beledigd zegt: "U mag mij niet dom noemen, omdat ik het niet begrijp").

En wij maken ons graag wel eens lustig over de Duitsers, maar omgekeerd gebeurt dat ook. Al lijken wij dat niet zo goed in de gaten te hebben. Dit is Hape Kerkeling als Bea. "Even lekker Mittagessen. Toll!"

En dan hebben we nog de interne humor: Hape Kerkeling als Horst Schlämmer, een Oost-Duitser met bierbuik, loszittend kunstgebit, regenjas en een jaren zeventig mannentasje. En hij snorkt als een Duits varken! DaPiet vindt dit echt hilarisch. (Hier legt hij Horst uit bij Harald Schmidt).

Maar ook de Oostenrijkers worden regelrecht vorgefuehrt: Hape Kerkeling als nieuwe Litouwse GAK Trainer. (Bij een echte persfconferentie!)

Kerkeling kan alles. Het mooiste vind ik het als hij een enigzins opgeblazen publiek te grazen neemt, zoals in zijn optreden als Oostenrijkse schrijver op een Buchmesse.

En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Maar typ zijn naam maar eens op Yout Tube. Und geniessen Sie!

Het Kwam Er Wat Ongelukkig Uit!


Nee, er valt weinig op tv te beleven. Het meeste is om van te kotsen. En dat weten ze zelf ook wel. Bij de Zweedse tv.

Ze is overigens niet ontslagen. Waarom ook? Ze was gewoon wat misselijk. Dat kan de beste overkomen. Na afloop kreeg ze een bosje bloemen.

woensdag 26 september 2007

Niet Te Peilen! (2)

Laatst had ik het over de idiote peilingen waarmee wij elke dag om de oren worden geslagen. Het dolst was: Verdonk kreeg van de Hond 27 zetels en van NSS maar 5. In mijn eigen termen: er zijn dus maar liefst 22 klapstoelen kwijt! Hoe kan dat? Nou, zo. En dan beginnen ze een partij te lullen over hoe ze meten en dat uit peilingen is gebleken dat hun peilingen het beste zijn en die van de concurrent het slechts. Maar dat willen wij niet. Wij willen niet meer dat wie dan ook gepeild wordt. Maurice de Hond, haal je vinger uit mijn kont!

Maar voorlopig gaan ze rustig door. Pans, een van de twee kanididaten voor het Utrechts burgermeesterschap heeft zelf (!) door NSS een peiling laten uitvoeren. Wat bleek? De overgrote meerderheid van de Utrechtse bevolking voelt niets voor een referendum met twee kandidaten van 1 en dezelfde partij. Er moest keuze komen, zei Pans op grond van die peilingen. (Dat had je echt niet van tevoren kunnnen bedenken via een soort peiling in je eigen Panshoofd?!). Diezelfde avond zat hij wel mooi bij ´Pauw en Witteman.´

Ja, inderdaad heeft dat Utrechtse referendum wel iets raars. Ik was ook al niet van plan te gaan stemmen. Het is een beetje: 'Albanie moet nog wennen aan democratie.' Of die slogan van de Brilmij in de jaren zestig: "En daar komt nog bij: de keuze is vrij." Niet alleen kon je toen voor het eerst kiezen uit twee brillen. Nee, de keuze was ook nog vrij! Het moest niet veel gekker worden. Maar het werd wel gekker.

Maar nu het eenmaal zo is moet Aleid Wolfson, kandidaat nummer twee, ook maar een peiling laten uitvoeren. Door Maurice de Hond. En wat blijkt? De Utrechtse bevolking is wel gek op het referendum en vooral op Aleid Wolfson. Maar als er een derde kandidaat zou zijn, Maurice de Hond bijvoorbeeld, dan zou de meerderheid op de derde kandidaat stemmen. En als Rita Verdonk meedeed bij het burgermeestersreferendum zou ze wel vijftig zetels halen. Corrigeer: klapstoelen.

Maar als de politieke peilingen nu maar de enige waren. Nee, je hebt allerlei soorten peilingen. Op een willekeurige dag als maandag lees ik berichten als: "Kwart jongeren overweegt emigratie". "Twee derde bevolking vindt dat Wilders bedreigingen aan zichzelf te danken heeft." "Helft PvdA'ers: Kiezersbedrog." Maar nooit eens: "80 % baalt van peilingen."

Dit is het nieuws: peilingen, half-wetenschappelijke lulonderzoekjes ("Chocola maakt impotent"), roddeltjes ("Ex Jack Spijkerman opnieuw zwanger van Alkmaarse homo-makelaar"), rumoertjes ("Jack Spijkerman at teveel chocola") en You Tube-filmpjes (Telegraaf vandaag!) Trek daar nog eens de speculaties af van het type "The Guardian zei dat The Sun meldde dat Marco van Basten door The Mail wordt genoemd als opvolger van Jose Mourinho bij Chelsea." En je houdt helemaal niks substantieels over.

De McDonaldisering van het nieuws. Je krijgt niks goeds binnen, je wordt lui en dik en je wilt er steeds meer van. Maar nu ga ik worteltjes eten. Rrrronde worteltjes! Die schijnen volgens bepaalde onderzoeken heel goed te zijn. Ze geven kleur en glans aan je haar, doen je IQ stijgen en je valt er nog van af ook! Let maar op de statistieken.

Berlijnse Herfst (Foto's)

Hier zijn wat foto's van Berlijn. (Klik op 'diavoorstelling').

dinsdag 25 september 2007

Oorlog En Literatuur

"Het vuur rees tot twee kilometer op en verbruikte zoveel zuurstof dat de lucht de kracht van een hurricane ontwikkelde. Zo ging het vuur 4 uur lang tekeer. Op het hoogtepunt trok het de daken van huizen, gooide reclamezuilen door de lucht en joeg mensen als levende fakkels door de straten. Achter de instortende façades schoot het vuur huizenhoog op, rolde als een golf door de straten met een snelheid van meer dan 150 km/h. Het water in sommige kanalen brandde; het glas van de tramruiten smolt; de voorraden suiker in de bakkerij kelders schuimden op. Degenen die uit de lucht bunkers gevlucht waren zonken weg in het smeltende asfalt. Naast sommige vervormde lijken brandden kleine, blauwachtige fosforvlammen. Andere lichamen waren geroosterd, bruin of paars, en gereduceerd tot een derde van hun oorspronkelijke omvang. Ze lagen voorover in plassen van hun eigen gesmolten vet."

De vraag die de schrijver Sebald stelt in zijn boek "Luftkrieg und Literatur" (Engels: "On the Natural History of Destruction"): waarom vallen dit soort beschrijvingen van de verschrikkingen van de geallieerde luchtaanvallen op Duitse steden niet of nauwelijks te lezen in de naoorlogse Duitse literatuur?

Niet in objectieve termen, niet als daadwerkelijke beschrijving van wat er gebeurde. Sebald doet zelf wel een poging met zijn beschrijving -hierboven geciteerd- van het bombardement op Hamburg, juli 1943. (Codenaam: 'Gomorra'). Hij constateert: of men probeerde er een metafysische zin in te leggen die er niet was, of men drukte zich uit in clichés.

Waren de verschrikkingen en de verwoestingen zo groot dat men het niet wilde zien, zich letterlijk afwendde? Als de Zweedse journalist Stig Dagerman vlak na de oorlog door Hamburg reist is hij de enige die uit het raam kijkt als ze langs de kilometerslange destructie rijden. Dat maakte hem direct tot buitenlander.

Er was bij de Duitsers ongetwijfeld ook het besef dat zij dit alles ook verdiend hadden. Dus ondergingen ze woordeloos en met afgewend gezicht hun straf. De beker moest tot op de bodem geledigd worden.

In de Duitse reacties toch vooral ook prominent: zelfbedrog, zelfmedelijden, zelfrechtvaardiging. Zeer menselijk, dus niet politiek correct.

Maar waarom namen de schrijvers hun verantwoordelijkheid niet? vraagt Sebald. Het is toch de taak van de literatuur de herinnering aan het verleden levendig te houden? Ook als het dingen betreft, waarvoor moeilijk woorden te vinden zijn?

Misschien is dat wel een te zware eis. Leven is zelfbedrog. Ook voor schrijvers. Als ze dat bedrog niet meer kunnen rechtvaardigen, eindigt het leven. Jean Amery en Primo Levi, schrijvers van de meest pijnlijke Holocaust-herinneringen, pleegden allebei zelfmoord - lang na het einde van de verschrikkingen. (De waarheid gebiedt te zeggen dat de meningen over hoe Levi stierf uiteenlopen).

Nobelprijswinnaar Heinrich Böll schreef in de jaren 40 een boek over de bombardementen ('Der Engel schwieg'). Het kwam pas in 1992 uit. De toon van het boek was misschien te hopeloos om eerder te publiceren of uit te geven.

Sebald gaat die hopeloosheid niet uit de weg. Daphne Merkin schreef over Sebald: "I think of him as someone who was on good terms with darkness -- a solitary watchman who stayed awake while the rest of us dreamed, the better to acquaint himself with the mad dogs that bark in the night and threaten to disturb the sleep of the world."

maandag 24 september 2007

Reichsmann Spreekt Tot Hollandse Ondernemers

Rotterdam, WTC, ABN-AMRO, 15.52 uur. Deze week vindt in het World Trade Center te Rotterdam het zogenaamde Zakenfestival plaats. Georganiseerd door de gemeente Rotterdam. Het leek de organisatoren een goed idee Reichmann, lid van de 'Erweiterte Rat' van de ECB, uit te nodigen om iets te vertellen over zakendoen met Duitsland.

Hier zien we hoe Reichsmann ontspannen de laatste hand legt aan zijn speech die werd gehouden voor een kleine workshopzaal.

Eenmaal begonnen was het hem al snel duidelijk dat niet iedereen hem onserieus nam. Dat staat lachen doorgaans in de weg. En dat was jammer. Ook voor Reichsmann, want het werd zo hard werken. (Iets waar hij, zoals bekend, een broertje dood aan heeft).

Alleen de jonge studenten op de achterste rij hadden het echt begrepen. Zij noemden de speech 'briljant'. Daar moet Reichsmannn het dan maar mee doen.

zondag 23 september 2007

Het Blijven Toch Duisters!

"Doe het niet," zou je willen zeggen. Wacht er nog even mee. Zet zoiets niet op een raam van een boekenwinkel. Een paar honderd meter van de plaats waar boeken werden verbrand. (Ik las pas nog hoe Erich Kaestner, de grappenmaker en schrijver van het schitterende 'Fabian', als enige ging kijken hoe zijn boeken vlam vatten.)

Het doet denken aan de Siemens-reclame na de door de Duitsers gewonnen finale van het EK in Engeland (1996). In zogenaamde 'sudden death': 1 doelpunt en de wedstrijd is over. De reclame ging zo: 'Germany: The Masters of Sudden Death.' En werd haastig ingetrokken. Je vraagt je af: was dat openlijke schuldbekennen met vlaggen en wimpels en kransleggingen slechts een verplicht ritueel? Hadden de mensen die deze kreet verzonnen zelf echt niks door?

Ik moet zeggen dat ze zich na de oorlog kranig hebben gedragen, de Duitsers. Zestig jaar lang. Al die tijd hebben we ze zich (in films) caricaturaal belachelijk laten maken. Halt! Stehen bleiben! Aufmachen! Haltung annehmen! Schiessen! Zestig jaar lang hebben we al het menselijke kwaad over hun schuldige hoofden kunnen uitgieten.

In zekere zin zijn de Duitsers gelouterd doordat ze tot zelfonderzoek zijn gedwongen. Thomas von der Dunk zei ergens: 'Omdat Nederland in de wereld zo onbeduidend is, heeft het buitenland ons nooit gedwongen in de spiegel te kijken. In Duitsland is dat wel gebeurd. Die test hebben de Duitsers glansrijk doorstaan.'

Ik denk ook dat de oorlog pas echt voorbij zal zijn als we de Duitser in onszelf (h)erkennen. 'Ich bin wuetend.' Dat was lange tijd onze houding ten opzichte van Duitsland. (Vooral toch ook nog steeds 'wuetend' over de verloren WK-Finale van '74). Toen Haider 20 procent van de stemmen haalde, moesten we Oostenrijk uit de EU zetten. Le Pen in Frankrijk. Schande. Alles voordat bleek dat er in Nederland ook wel 20% kiezers waren die rechtse ideetjes hadden.

In onze ogen blijft het opschrift een beetje raar. Maar misschien maken de jonge Duitsers zich wel los van het hen opgelegde verleden. Zoals ze ook vol overgave met vlaggen zwaaiden tijdens het afgelopen WK in eigen land. Waarom mag een Duitser niet trots zijn op zijn land? Mogen ze niet 'Deutschland! 'schreeuwen, omdat wij dat zo vervelend vinden klinken? Misschien getuigt het opschrift op de ruit al van een soort "Naivitaet der spaeten Geburt". Eng idee. Maar de oorlog moet ergens een keer ophouden. Heel laat, vaak onwillig: toch hebben de Duitsers hun wandaden verwerkt en het lijdt geen twijfel dat het bewuste democraten zijn geworden.

Toch zijn wij, anderen, niet snel overtuigd. Er blijft een residu. Zo typte ik in het bovenstaande stukje wel drie keer 'Duisters' in plaats van 'Duitsers'...

vrijdag 21 september 2007

Berliner Buecherstreit Vorzeitig Beendet!

Rechts Der DaPiet, links Die DaPlien. ('Ist es die da die mit'm dicken pulli an mann/ nein es ist die frau die freitags nicht kann" - 'Die Fantastischen Vier', 1992). En dan hebben we DaMiniPlien er nog op gezet, die extra sip lijkt te kijken.

De voornaamste oorzaak van de ongelijke strijd was het volledig ontbreken van Engelse boeken in Berlijn. De Duitsers rijden niet alleen graag in hun eigen auto's; ze rijden ook het liefst in hun eigen taal. Jammer voor DieDaPlien. Maar het is natuurlijk nooit te laat je Duits op te halen.

Maar misschien is het niet de taal maar de cultuur die niet helemaal matched met DieDaPlien. Ze is een verstokte Anglo-Americanofiel. Ze is te helder, te nuchter voor de taal van het ruisend woud, het borrelend bloed en de beklimopte Ruinenlust. De romantische, herfstige maneschijnziel van DerDaPiet echter ontvlamt als een gasbriket aan het zware Duitse wezen.

Zo roeide hij vandaag met Boecklin naar het dodeneiland en zou het liefst daar onder de cypressen zijn gebleven. Hij voelde zich de eenzame monnik aan de zee op het schilderij van Caspar David Friedrich. Zuchtte bij diens 'Klosterfriedhof im Schnee'.

Ach, dit was alweer de laatste avond. Daar werden Plientje en ik een beetje treurig van. Toch: wij waren gelukkig vandaag, vrienden, vriendinnen. Het was goed dat wij dat beseften.

En het is mooi hoor dat je dan zo'n Berlijnse Boekenprijs wint. Maar het is allemaal maar zo relatief mensen!

Checkpoint Of The Poets

We moeten natuurlijk naar Checkpoint Charlie. Je durft er niet niet heen te gaan. Dus Unter den Linden af, Friedrichstrasse uitlopen. Na. Niks bijzonders eigenlijk. De Muur is volledig verdwenen. Af en toe een paar stenen in het troittoir, hier stond-ie. Verder een wand met foto's. (DaPiet helpt een handje bij een demo.) 1 ding vraag ik me opeens af: die muur stond niet alleen in de stad, maar om de stad. Niet om Oost-Berlijn, maar om West-Berlijn. Logisch. Maar op de een of andere manier drong dat niet altijd tot me door. West-Berlijn was een soort infectiehaard, een pestgebied dat afgesloten moest worden.

Zo zag Pablo Neruda het ook hier de Duitse vertaling: "Westliches Berlin, mit deinem Markt/ junger Gassenhuren/ und betrunkenen Besatzungsgruppen,/ westliches Berlin, um deine billige Ware zu verkaufen, /ueberzogst du die Waende/ mit Plakaten schamloser Beine,/ halbnackter Vampire,/ und selbst die Zigaretten schmecken nach schwarzem Later./ Tanzend schmiegen sich die Paederasten,/ an die Techniker des State Department./ Und die Lesbierinnen fanden/ ein beschuetztes Paradies/ und ihre Heiligen: Sankt Ridgeway./ Westliches Berlin, dus bist die Schwaere/ im greisen Gesicht Europas,/ die alten Nazifuechse/ gleiten ueber Schleim/ deine illuminierten schmutzigen Strassen,/ und Coca-Cola und Antisemitismus/ ergiessen sich in Huelle und Fuelle/ ueber dein Auswurf und Verfall."

Godsamme, wat een slecht gedicht. En wat ben je opeens preuts, Pablo: 'mit Plakaten schamloser Beine'. Zou Bin Laden beslist aanspreken, dit gedicht. En naar het einde, na Berlijn de zweer op het gezicht van het oude Europa genoemd te hebben, hoor je hem denken: nu nog iets met Coca-Cola en Nazi's en antisemitisme...Aaah!

Of je draait de zaken gewoon om. Zoals Brecht, die ergens spot dat de West-Duitsers denken dat kinderen als ze in Oost-Berlijn komen verpest worden met de ziekte genaamd 'Vrede': "Zu Herrenburg hinterm Schlagbaum/ beginnt der Bonner Staat. Bluthunde streichen schnuppernd/ um Fallgrub' und Stacheldraht./ Die Bonner Polizisten,/ sie halten Kind um Kind,/ sie wollen kontrolieren,/ob sie nicht verpestet sind. Auf dass sie nicht anstecken/ das ganze Deutsche land/ mit einer grossen Seuche,/ Friede genannt."

O, dichters en politiek! Het zou verboden moeten worden!

donderdag 20 september 2007

Unter Den Und So Weiter

Op onze tocht naar Unter den Linden komen we eerst langs het Museuminsel dat met zijn antikisierende monumentaliteit de indruk maakt een dodeneiland van de kunst te zijn. Wie hier heen wordt geroeid en bijgezet, die is pas echt dood. Dan de Berliner Dom. Ook geen kleine jongen, en geen mooie jongen. Hij wil teveel. Daar tegenover dus het ' Palast der Republik' dat nu wordt afgebroken. De Oost-Duitsers noemden het spottend: ' Palazzo di Prozzo'.

Dan Unter den Linden. Overal lijken de zegekarren, standbeelden en vazen van de daken te tuimelen. Pilaren alom. Dorische, Ionische, Corinthische. Het is alsof de oude stadsarchitect telkens tegen zijn jonge, nieuwe opvolger zei: "Ik heb twee adviezen voor je als je het in deze stad wilt maken. Koepels en pilaren." Het is alsof er een soort Overtoom voor architectuur bestond: " Hallo, ik wil 40.000 Ionische zuilen, 40.000 Dorische en 45.000 Corintische. En doe maar 500 strijdkarretjes." Dat is snel!

Zellfs de enthousiaste schrijver van mijn mooie fotoboek over Berlijn geeft het op pagina 229 op. Hij beschrijft een gebouw, met zijn "Korintischen Sauelen, Pilastern, Standbildern, Medaillions, Skulpturen, Reliefs, usw." De onthullendste woorden van het hele boek: "Und So Weiter!" Hij geeft het op!

Ik voel me gedekt. Ik mag het opgeven. Ik dacht, daar lopend, direct al aan Nietzsches werkje 'Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben' , waarmee hij protesteerde tegen het dode gewicht van het verleden dat men de mensen op de schouders plaatste, de wattenproppen van de musealisering die de jonge generatie in de mond werden geduwd. En zo voelt het nog steeds. Ook al is 'Bomber Harris' de Duitsers wat te hulp geschoten.

We wandelen verder over de Unter Den Und So Weiter. Op het kruispunt met de Friedrichstrasse -je weet wel, waar vroeger Cafe Bauer zat en de Konditorei Kranzler- slaan we af richting Checkpoint. Eerst even bij Cafe Einstein langs, waar het hippe, moderne en tolerante deel der natie zit. Jongeren die met hun Macbook zitten te wifi-en, zakenlieden met elegante pakken en Italiaanse actetassen. Zo'n slimme, nette man hebben de Berllijners ook als burgermeester gezkozen: Klaus Wowereit. Homo. "Und dass ist auch gut so," zei hij daarover. Het is inmiddels een gevleugeld woord geworden. We dronken heerlijke capuccino en aten tarte. We waren weer helemaal in het nu.

Maar in het geheim vindt DaPiet Unter den Linden maar prachtig. Hij stelt zich voor: de originele brug naar de Dom en het stadsslot. Aan de overkant van de Spree het oude Beursgebouw. Een groots geheel. Een pompeus, een Pruisisch Athene aan de Spree. Liever dat dan dit (als we uit Einstein komen): Friedrichstrasse, in de jaren 20 het hartstochtelijk hoererend hart van modern Berlijn, nu een doorsnee winkelstraat.

Het Was De Rijks Dag Niet

De eerste dagen zijn we geen museum binnen gegaan: eerst maar eens een idee van de stad krijgen, een beetje gevoel voor de topografie ontwikkelen. Dus veel gewandeld, zeker twee en een half uur per dag. Op een stadskaart teken ik 's met viltstift avonds onze wandelingen in. De loft is goed gekozen: dichtbij het Hauptbahnhof, Friedrichstrasse af en je zit unter den Linden.

Dindag zijn we naar de Rijksdag gewandeld. Ik vond dat gebied er desolaat uitzien. Maar het was te voorzien. Hier lag vroeger ook een excercitie-terrein. (Er waren er heel wat in de stad). Nu zijn ze uitgeoefend en gemarcheerd en vul dat allemaal maar weer eens in, architectonisch. En dan de bombardementen. En dan de DDR-kaalslag. Eigenlijk zou alleen het megalomane Architectenburo Hitler & Speer zo'n braakland in kunnen richten. Maar hun ontwerp werd niet bekroond. Er is een apart boek over wat de nazi's allemaal nog met Berlijn van plan waren. Pompeus is het woord niet. Es war ja total verroekt!

Nee, dit wordt niks, dit gebied. In het boek met de oude foto's ziet her er veel leuker uit: meer bomen, meer structuur, meer 'dingen'. Zo stond er een standbeeld van Bismarck. Met zijn rug naar het parlement. Symbolisch, zei men, want hij is er nooit naar binnen geweest. De goudblinkende zegezuil stond ervoor en je zag de Spree. De zegezuil hebben ze ergens anders neergezet en voor de Spree staat een gebouw (lelijk). Als Merkel van het splinternieuwe Kanzleramt (lelijk) de paar honderd meter naar de Bundestag wandelt wordt ze zwaar depressief. Ze gaat waarschijnlijk met de auto.

Het kan aan het weer gelegen hebben. Uit een asblauwe hemel sijpelde en miezerde het. Of het lag aan mij. Ik kon pas om vier uur de slaap vatten. Ik bleef de hele dag duf. Ja, dat was het. Het was de Rijks dag niet.

Berlin, Alexanderplatz...

Reizen is te laat komen. De stad die je wilt zien bestaat niet meer. Maar nergens kom je zo te laat als in Berlijn. Nollendorfplatz, Potsdamerplatz, Alexanderplatz. Alles geplatzt. Natuurlijk, DaPiet is een romanticus. Een zwelger in het verleden. Een zuchtende bladeraar in oude fotoboeken. Een detective ook. Met brokstukken, facades, overblijfselen en boeken een stad in je hoofd proberen te reconstrueren. Maar soms kun je het alleen maar verbijsterd opgeven.

Gisteren, 19 september, waren we op Alexanderplatz. We hadden het kunnen weten. En toch benam de moderwetse lelijkheid ons de adem. Een Berlijnse koopgoot. "Een koopriool," verzuchtte Plientje. Het mooiste was nog de kromming van de tramrails. Er staat een paarse Media Markt, de grootste van Europa. Bij de opening vorige week vielen bijna doden. Het zou een mooie gedenkplaat zijn geworden in de stad van de gedenkplaten: "Er shopte fuers Vaterland."

Berlijn is te vaak veranderd, niet alleen uiterlijk. Het was voor wie er ooit woonde al nooit te behappen. Alfred Doeblin (1878-1957), schrijver van 'Berlin Alexanderplatz', keert na de oorlog terug naar Berlijn: "Man spaziert los. Man registriert was es gibt und nicht mehr gibt, was man aus seiner Erinnerung streichen und in eine andere Sphaere einreihen muss, zu den Verstorbenen."

Hij overweegt: hier stond de massa in een delirium van vaderlandsliefde het uitbreken van de oorlog te vieren in 1914; vier jaar later marcheerden revolutionaire arbeiders met rode banieren langs dezelfde straten, de democratie leek te zijn gearriveerd. Eerste Mei, muziek en vlaggenzee. "Nichts mehr davon ist sichtbar, hoerbar, nichts von den Menschen, nichts von den Gebaueden. Diese Gegend ist eine Bodenpartie, durch die die Spree fliesst. So seht Geschichte aus."

Maar de tijd wacht voor niemand. De val van de Muur is ook alweer 18 jaar geleden. Er lopen hier jongeren rond die zich de val van de Muur niet kunnen herinneren. 'Komm, wir gehen zu Media Markt am Alex, der neue Nano ist ja affengeil!"

woensdag 19 september 2007

Denkmal? Erfahrmal!

Denkmal. Er zijn er heel wat. Voor individuen, voor groepen. De Duitse geschiedenis heeft veel gedenkwaardigs opgeleverd. Maar aangezien de meeste mensen niet denken, heeft dat eigenlijk weinig zin. De nieuwe gedenkplaatsen die ik deze week zag lieten je vooral iets fysiek iets ondergaan. Eerder een Erfahrmal dus.

De Holocaust Turm van het Juedisches Musuem: Een kale, betonnen ruimte met heel hoog een kleine spleet waar daglicht doordringt. Ik voel me naakt, alleen, overgeleverd, zonder hoop naar boven starend.

In hetzelfde museum is er een nog een hoge betonnen ruimte die uitloopt in een smalle, donkere hoek. Op de vloer liggen -op en over elkaar- honderden, duizenden gezichtjes van staal, kleine maskertjes, met uitdrukkingen van wanhoop. De kunstenaar nodigt de bezoekers uit over de hoofdjes te lopen, maar niemand doet het. Niet vanzelf. Het lijkt alsof je de slachtoffers schoffeert. Toch, als iedereen weg is, begin ik te lopen. Ik loop voorzichtig, want de schijfjes weerklinken hard in de holle ruimte. De ontzetting van een Amerikaan die Auschwitz bevrijdt. Ook hij heeft het niet geweten. In de groeve van de geschiedenis: een verschrikkelijk geheim. Dan loop ik harder, onverschilliger, alsof ik er voor onderhoud kom. Of ben ik een kampmedewerker? Het is werk.

Het zogenaamde Mahnmal naast het Branderburger Tor. Op het eerste gezicht een glooiende container terminal. Bij nader inzien 2711 stukken grauw beton, zware katafalken, 95 centimeter breed, twee meter 38 hoog. Je loopt ertussendoor, een helling af de diepte in. Daglicht dringt moeizaam door, maar is toch overal aanwezig. Ik voel me een individu (je kunt er niet naast elkaar lopen), ingesloten, verdwaald in het doolhof van de geschiedenis, slachtoffer en beul tegelijk; blij als hij weer opduikt in het zonlicht van het heden. Een ervaring rijker.

Invalidenstrasse 60

Je wordt in Berlijn niet lastig gevallen door vage zwervers, dronkelappen of krantjesmensen. Dit hier was een van de weinige bedelaars die we tegenkwamen. Hij stond voor het 'Berliner Betrieb fuer Zentrale Gesundheitliche Aufgaben'. Aan de Invalidenstrasse. Hoe verzin je het. Het gebouw was overigens beplakt met een soort halfvergane bankbekleding uit de jaren vijftig. If ever I saw a sick building. Maar daar stond hij. En we hebben hem maar wat gegeven. Later zag ik dat zijn jas van Hugo Boss was. Moet-ie vast weer teruggeven.

maandag 17 september 2007

Zal Ik Het Voor U Inpakken?

De hele stad ziet eruit alsof een soort tweedehands Christo is langsgeweest. Alles is ingepakt. Dan wel besteigerpijpt. Er zijn meer hijskranen dan mensen. De muffe lucht van afgeklopte oude stenen en de troffelwasem van nat cement waait je overal tegemoet. Heel Polen werkt hier. Er wordt hersteld, opgebouwd en afgebroken.

Sommige gebouwen verdienen het om te worden afgebroken, zoals het wanstaltige DDR-gebouw 'Das Palast der Republik.' Er rest momenteel slechts een stalen karkas. Op die plaats wil men weer een versie van het aloude Stadsslot laten verrijzen. Maar je ziet overal direct het dilemma: als je het precies namaakt wordt het spookachtig en leeg, maar je er moet ook weer niet teveel postmoderne grapjes in stoppen, anders komt de bevolking in opstand. En krijgt Berlijn een Michael Jacksonkop. 'Met de restauratie van het nieuwe voormalige Altes Museum zal in 2008 begonnen worden.'

Berlijn is best een pompeuze stad. Dat officiele gedeelte. Laten we zeggen dat er weinig humor in de oude architectuur zat. Het is Athene met Pruissische troffel en beitel, zuilen per strekkende meter. ' Ach, we zijn nou toch bezig.' Het was ooit, net als Madrid, een provinciaalse stad die wilde overdonderen. Een stad die tegen Parijs en Londen zei: ' Hee! Hee-hee! Heeeeeee! Kijk dan!'

De foto is van een van de musea op het Museumsinsel. Even later stonden we voor het Pergamon Museum. ' Zullen we naar binnen gaan?' Plientje zei: 'Het is zulk mooi weer.' DaPiet zei: 'Hoe ouder ik word, hoe minder behoefte ik heb aan oudheden.' We hebben er geen spijt van gehad. (Lees Paulines blog er maar op na!). En er komen nog regenachtige dagen genoeg.

Ik geloof dat ik wel begrijp waarom ik nooit zo nodig naar Berlijn hoefde. Het is geen romantische stad. Zoals Parijs, Rome en Praag. Af en toe strekt Berlijn haar hand naar je uit, flirt met je. Met de harde ironie van een eertijdse schone, strakke dame, die een oog, een arm en een been heeft moeten missen. En je vlucht weg voor de perverse fantasie van seks met een oorlogsinvalide.

zondag 16 september 2007

DaPiet Betrekt Berlijnse Miniloft

Tja, DaPiet zit er enigzins bij als een heruntergekommene Duitse C-auteur op zijn Berlijnse loft. De blik die slaapgebrek verraadt. De houding van iemand die het even niet meer weet. Je zou niet kunnen zeggen of dit een man is die nodig een bier moet nemen of er juist direct mee op moet houden. Ja, het is die speciale reismix van totale wezenloosheid en latente voordringagressie. De lucht van plastic zakken met broodjes zwetende oude kaas die in de ziel is getrokken, en nog zo wat zaken, maar ik ben te moe om ze hier uit te spitten.

De reis was verder volslagen onspectaculair. Je zit in een internationale trein. Maar dat ding stopt in Apeldoorn, Almelo en in Hengelo om mevrouw Olde Kamphuis op te halen die naar haar zus in Bad Bentheim (vlak over de grens) gaat. Ga toch fietsen, mens! Een internationale boemel dus. "In Holland we call it boemel. That's the opposite of mobiel."

En daarmee kom ik kort te spreken over een ander aspect van deze provinciaalse bielzenzuiger: de man met de microfoon. Natuurlijk kon hij er niets aan doen dat de koffiemachine stuk was en het theeapparaat ook. Maar hij moet wel eens aan zijn Engels gaan werken. "Welcome on board FROM the train." Toen wist ik dat we niets hoefden te verwachten. Geen koffie, geen thee, geen TGV-snelheid. Maar, het moet gezegd, ook geen visitaties, en geen vliegveldspanning. Je rijdt eenvoudig urenlang over de Noordduitse vlakte. Op z'n Russisch. Maar dan zonder thee. Nou, als er niks te zien is, kun je net zo goed een klein land hebben. Ja, daar ben ik dan wel weer net zo Hollands in als Piet Bambergen.

En zo kwamen we 'planmaessig' om 17.15 uur te Berlijn Hauptbahnhof aan, en wat voor een Hauptbahnhof! Wel het modernste station dat ik ooit zag. Als in de film ' Metropolis' van Fritz Lang met zijn meervoudig gelaagd stadsverkeer storten lange roltrappen drie, vier hoog massa' s mensen op overhevelende shoppinggalerijen uit. Alles glas en staal.

We trekken de wieltjeskoffers als bolderkarren over de grote Berlijnse plavuizen richting onze 'miniloft' in Berlin Mitte. Goed concept. Klein appartementje dat in weinig aan een hotelkamer doet denken. Keukentje erbij. Strakke inrichting. Superschnell ADSL. Alles doet het. Der Adler is gelandet.

's Avonds eten we eend bij een superhippe Thai aan de Chausseestrasse. (' Nee, ik weet een hele goeie Thai in Berlijn.' ) En we wandelen door een stad die het rustig aan doet op een mooie septemberavond.

zaterdag 15 september 2007

Reichsmann Spreekt Op Papendal

Arnhem, Congrescentrum Papendal, Nederlandse Vereniging van Osteopaten, 19.50 uur. Een bord vermeldt: 'Nog 49 weken tot Beijing.' Voor mij nog tien minuten tot optreden. Wachten -het is bekend- is slopender dan performen. Zeker als de deur naar de zaal openstaat en een landerige jazzstem, toebehorend aan de zangeres van het Drijfzand Duo, je gehoorcentrum volspuit met lauwe pap. 'I'm in a New York state of mind.' Dat zou de stad zijn die nooit slaapt. Niet zo. Ik dreins Lee Towers-achtig mee op mijn draaistoel: 'I wanna sleep in a city that never wakes up.'

Ik probeer wakker te blijven. Ik repeteer mijn intro. Wie ik ben, wat ik ben en wat ik hier kom doen. Dat moet je uit je hoofd kennen. Als ik op mijn papier begin te kijken als ik vertel wie ik ben, is het afgelopen. Als ik een fout maak ook. Toen ik voor het eerst met ervaren rotten uit de cabaretwereld rond toerde, viel me direct op, hoe professioneel ze waren. Wij jonge honden zaten altijd te dollen tot vlak voor de voorstelling. Zij niet; zij concentreerden zich, zonderden zich af en namen eindeloos -mijns inziens volkomen nodeloos- hun teksten door. Hun optredens verliepen vlekkeloos; onze motor sputterde nogal eens. Dus nu weet ik wel beter. Elke wending, elke spontaan lijkende improvisaties moet goed worden voorbereid.

Er is iets frauduleus in binnensluipen met koffer, das en pak. Ik ben niet die ik voorgeef te zijn. Maar dat bevalt me wel, dat undercover zijn. Ik geloof ook, dat ik best een goeie spion had kunnen zijn. Die wereld trekt me ook. De spion lacht ook (heimelijk, heimelijk) een beetje om de goedgelovigheid van de mensen, hun oppervlakkige vooringenomenheid ten aanzien van kleding en voorkomen. Hoe vaak merkte ik het niet als man met pak? De broodjesman die zegt: 'Peper zout en uitjes, meneer?' De taxichauffeur: 'Drukke dag gehad, meneer?' ('Jazeker, ik heb net 25 minuten opgetreden'). En de spion maakt gebruik van de clichés. Als ik een laptop of een ander duur defect ding moest gaan ruilen, trok ik altijd mijn nette pak aan en knoopte mijn das extra zorgvuldig. Ik kreeg altijd een nieuw ding.

Het past bij me. Het is een soort schelmenstreek. Die ook kan mislukken. Dat risico moet je nemen. De plotse ontmaskering. De schaamtevolle aftocht. De geur van rotte uien. Dat risico past bij me, omdat ik verslaafd ben aan spanning. Als die er niet is, zak ik in. De multiplier-adrenaline als de schelmenstreek slaagt.

Vanavond gaat alles goed. (Na afloop dromt men om me heen. Ik kom kaartjes tekort.) Godzijdank. Ik voelde me vanmorgen superslap. Toen heeft Plientje me mee uit wandelen genomen. Het was tenslotte ook nog een prachtige septemberdag. En toen we gewandeld hadden ben ik nog een half uurtje gaan slapen. Zo stond ik er toch nog redelijk fris. En het bleek een leuk gezelschap, die osteopaten. Maar dan snel naar huis om de koffers te pakken voor Berlijn!

vrijdag 14 september 2007

Niet Te Peilen!

De Partij van Rita Verdonk moet nog opgericht worden, maar is nu al groter dan de VVD. Maar liefst 27 zetels groot. Ja hoor, en Wilders staat op 40. Waar halen ze al die zetels vandaan? D’r zijn er toch echt maar 150. Maar ja, de populisten zijn nu eenmaal populair. Volgens de peilingen. (Die maar al te vaak geen behoorlijke verkiezingsuitslag kunnen voorspellen). Maar misschien moeten we vanwege de peilingen het parlement maar uitbreiden naar 200 of 500 zetels.

Ik word een beetje moe van al dat gepeil. ‘Als er nu peilingen zouden worden gehouden, zou Verdonk 50 zetels halen.’ Het kan altijd weer kortademiger. Dat is geen goede ontwikkeling. Daarom stelt DaPiet voor bij peilingen niet te spreken van zetels maar van klapstoelen. ‘Rita Verdonks partij, GeenPardon.NL, staat op dit moment op 27 klapstoelen.’ Hoeveel zetels dat zijn, dat weten we niet. Maar wij kunnen wachten. Op de echte peilingen.

woensdag 12 september 2007

En Dan Als Laatste, De Dubbele Oxer...

Oijen, Zorgboerderij Fam. van den Burght, Rabo, 15.40 uur. Ja, daar stond ik dan op de Paardenmelkerij. Nog net op tijd. De tomatenjongens zaten al klaar. Hier in beeld de microfoon die ze geregeld hadden. Daar weer achter de manege. We konden de paarden horen hinniken. Zij vonden het vast erg leuk wat ik deed. De tomatenjongens -onbezwaarde, wijdbeense Hollandse aanpakkers- ook trouwens. Ik vond het wel wat hebben. Je komt nog eens ergens. En nou eens kijken of we het pontje van vijf over vier kunnen halen.

Reichsmann In De File

Tiel, 14.50 uur, 12 september. Dit is dus niet goed voor je zenuwen. Drie kwartier voor je optreden in een lange file met Poolse vrachtwagens terecht komen. Ik zat zoals gewoonlijk lekker achterin de snelle zwarte BMW 530 d. Als een minister die zijn stukken nog even doorneemt. Ik heb ook altijd de neiging het raampje omlaag te laten komen, mijn manchetje naar buiten te steken en nuffig te roepen: "IK ben de nieuwe premier van Nederland, let maar op!" Maar dat geldt allemaal alleen maar als we rijden. En we staan al een hele tijd stil en de chauffeurs in hun hoge cabines kijken neer op mij en denken: wat is dat voor rare flapdrol? Nou, het is Dr. Ir. Peter Reichsmann, Leiter der Abteilung Forschung und Entwicklung Kwalitaetssicherung Kundenbetreung der DZ-Bank. En hij gaat te laat komen op de Paardenmelkerij annex Zorgboerderij te Oijen.

dinsdag 11 september 2007

Heil Hippie!

Dit is een marmoset. (Dat is de Engelse naam, ik kwam er niet achter wat de Nederlandse kon zijn). Ik had er eerlijk gezegd nog nooit van gehoord. Het blijkt een soort aapje te zijn. Een dwergaapje. Marmosets zijn 18 tot 20 centimeter groot. Dit is een 'cotton eared marmoset'. Een marmoset is een zogenaamde New World Monkey.

Ik kwam er op omdat ik er in een deel van de autobiografie van Leonard Woolf las. (Ik weet niet precies of L. zo'n exemplaar had als hierboven). Leonard had een keer op zo'n diertje gepast voor kennissen, maar was er toen zo gek op geworden dat hij Mitz na thuiskomst van de bezitters niet meer af wilde staan. Het was wel een eigenzinnig beestje. Zo klom Mitz vaak in een boom en wilde er dan niet meer uitkomen. Leonard vond er iets op. Omdat het aapje erg jaloers was, ging hij met Virginia onder de boom staan en kuste haar. En dan was Mitz snel beneden.

In 1935 vatten Leonard en Virginia Woolf het plan op naar Rome rijden via Duitsland. Maar Leonard was Joods en ze hadden van verschillende kanten gehoord dat het in Duitsland niet pluis was voor Joden. Dus leek het wel verstandig zich te voorzien van een aanbeveling van de Duitse ambassadeur in Engeland, een zekere Prins Bismarck. Dat document kwam inderdaad beschikbaar. Maar bleek in Duitsland niet nodig te zijn omdat het aapje effectiever was dan een vrijgeleide. Overal wilde iedereen weten wat dat voor leuk, lief beestje was dat daar op Leonard zijn schouder zat.

Ergens in de buurt van Bonn reden ze over een snelweg, maar het viel hen al snel op dat zij de enigen waren die op de weg reden en dat er om de zoveel honderd meter een soldaat stond. Alles bleek in afwachting van de komst van de president van Duitsland. (L. dacht eerst dat het om Hitler ging, maar het bleek Goering te zijn). Omdat het hen verdacht leek dat de snelweg in beide richtingen was afgesloten voor de president, probeerden ze de andere rijbaan, maar ook die bleek voor het festijn gereserveerd te zijn, en zo reden zij met het aapje op Leonards schouder langs rijen Duitsers, die Mitz en hen enthousiast toejuichten, de rechterarm hieven en luidkeels ‘Heil Hitler’ riepen.

Het is slechts één van de vele schitterende details die te lezen valt in het vierde deel van de autobiografie van Leonard Woolf, genaamd “Downhill all the way – An autobiography of the years 1919-1939.” (Verschenen in 1967). Wat een bijzondere man!

maandag 10 september 2007

Schrijversdiner Opent Het Literaire Seizoen!

Het zijn schichtige figuren, die schrijvers. Komt er een camera in zicht, dan trekt er een zijn hoofd buiten kader, een ander grijpt direct een cactus om zich achter te verschuilen, weer een ander trekt zelf een camera om met gelijke munt terug te betalen. En inderdaad: wie fotografeert daar de hele tijd maar? Is dat niet vooral om zelf buiten beeld te blijven? Allemaal hebben ze iets te verbergen. Zouden ze daarom de publiciteit zoeken met hun schrijfsels? Om zich beter te kunnen verbergen? Voorwaar, een uiterst moderne strategie.

Toch wisten ingewijden in de afwerende handen ter linkerzijde Ivo B. te herkennen. Wilde veel schrijven deze zomer, maar BBQ-en met oude vrienden in de tuin van zijn ouders was ook heel leuk. Verder staat hij nu bekend als de 'blogloze', behorend tot de laagste kaste van het nieuwe sociale stelsel. Achter de cactuspuntjes: Geertje K. Wie? TAFKAG! Dan Sara S. Niet de minst merkwaardige van de schrijversfiguren. Net haar bachelor Engelse gehaald met een hele interessante these over Tom Eliots gedicht 'The Love Song of J. Alfred Prufrock.' En nu studeert ze geschiedenis. Waarom niet? zegt DaPiet (historicus). Dan Pauline S. Uit Warmond? Uit Warmond. Bezig met een nieuw project. Ze wilde er niets over zeggen. Waarom ook, als alles toch al op haar blog staat? En Marina van D.? Ah, Marina van D. Heeft nu een roze smartphone. Beware!

En wie is toch de man die de foto's neemt en zondags het vlees snijdt? Ja, het is DaPiet. Zeker niet de minst merkwaardige van de exotische figuren, die er aansluitend bij 'Van Buuren' nog zeker drie flessen droogwit doorheenjoegen. En daarmee eigenlijk nog maar matig op dreef waren. Het seizoen moet dan ook nog beginnen. Slechts 1 ding verbaasde de aanwezigen: niemand had ook maar iets de Schrijversvakschool vernomen. De Schrijverswie?

vrijdag 7 september 2007

De Achteruitgang Van Onze Taal (2)

In een mooi voorbeeld laat Orwell in zijn essay 'Politics and the English Language' zien, waartoe de overwinning van het abstracte op het concrete leidt:

'I am going to translate a passage of good English into modern English of the worst sort. Here is a well-known verse from Ecclesiastes: "I returned and saw under the sun, that the race is not to the swift, nor the battle to the strong, neither yet bread to the wise, nor yet riches to men of understanding, nor yet favour to men of skill; but time and chance happeneth to them all."

Here it is in modern English: "Objective considerations of contemporary phenomena compel the conclusion that success or failure in competitive activities exhibits no tendency to be commensurate with innate capacity, but that a considerable element of the unpredictable must invariably be taken into account." '

Churchill had het ook in de gaten. Een Amerikaanse generaal liet hem eens een versie van een toespraak lezen die hij wilde gaan houden. Wat Churchill ervan vond? Te passief, te abstract, zei Churchill: 'What if I had said, instead of "We shall fight them on the beaches", "Hostilities will be engaged with our adversary on the coastal perimeter"?'

De neiging tot slecht en wollig taalgebruik is waarschijnlijk onuitroeibaar. Toch moeten we ertegen blijven vechten. Met mooie, heldere, krachtige woorden, zinnen, alinea's, ja, boeken. Amen. Laat ons tot slot zingen: 'Onze Taal Een Vaste Burcht.'

De Achteruitgang Van Onze Taal (1)

Een van de zekerste tekenen van achteruitgang van de taal (gaat de taal nou nooit eens vooruit?) is de vervanging van het concrete door het abstracte.

Arthur Schopenhauer schreef: "Tot de kenmerken van dit slag behoort ook dat ze, indien mogelijk, alle ondubbelzinnige uitdrukkingen vermijden; daarom kiezen steeds voor de abstractere uitdrukking. Daarentegen kiezen geestrijke lieden altijd voor de concretere uitdrukking, omdat die de zaak aanschouwelijker maakt, en de aanschouwelijkheid is de bron van alle evidentie. “(Parerga et Paralipomena, II, p.583).

George Orwell, ruim een eeuw later, in zijn essay 'Politics and the English Language': "As I have tried to show, modern writing at its worst does not consist in picking out words for the sake of their meaning and inventing images in order to make the meaning clearer. It consists in gumming together long strips of words which have already been set in order by someone else, and making the results presentable by sheer humbug."

Bas Heijne besprak in de NRC van vrijdag 6 juli 2007 een boek over levenskunst van Joep Dohmen, waarin de volgende zin voorkwam: "Zelfsturing is heel belangrijk, op basis van zelfzorg in continue vrijheidspraktijken en dan altijd slechts als relatieve en relationele autonomie." Dank je, Joep. (Het voordeel is wel dat de saaiste sufkut zich bij het lezen van dergelijke houten klazenzinnen opeens een spetterende levenskunstenaar voelt).

Wat kunnen we hieruit leren? Dat de taal al enige tijd achteruit gaat. O, gelukkig. Zeker al vanaf 1835. Maar dat dat eigenlijk niet verbaast omdat taalverzwakking voortvloeit uit een wezenlijk menselijk gebrek: niets tot weinig te zeggen hebben, onvermogen gedachten helder uiteen te zetten, imitatiezucht, gebrek aan originaliteit. Et voila.

woensdag 5 september 2007

Wat Leest DaPiet Momenteel?

"Green has written a formidable work of popular narrative history describing the tumultuous events that took place in northeastern Africa in the final third of the 19th century. Breathing life into, among many others, the starchy British general Charles Gordon and his fanatical antagonist, the Mahdi, who launched a movement that was a forerunner of today's radical Islamist sects, Green examines an era that witnessed the rise of no fewer than three empires (the Egyptian tyranny of Khedive Ishmail, the apocalyptic "fantasy" of the Mahdi, and the British Empire, which "arrived in a flurry of humanitarian concern, but endured through brutal force"). Cautionary modern parallels of this, the first clash of Arab nationalism, Western intervention and Islamic fervor, are of course never far from breaking the surface, but Green carefully prevents them from becoming overtly apparent. He succeeds in not only untangling the complex politics of the Great Powers as they reacted to the crisis along the Nile but also explaining the equally opaque motivations of the shadowy Mahdi and his followers as they pursued their jihad."(From Publishers Weekly).

dinsdag 4 september 2007

Prof.Dr.Ir Reichsmann In De Laurenskerk

Rotterdam, Laurenskerk, ROC Zadkine, 12.00 uur. Hier sta ik voor 1400 docenten van het ROC Zadkine, bij de opening van het nieuwe jaar. Als 'Staatssekretaer im Bundesministerium fuer Bildung und Forschung.'

Voor de mensen van het Zadkine-college, zo had ik vernomen, staat centraal: "het achterhalen van de leerwens van de deelnemer." Dat is nog eens wat anders dan: 'kop dicht, en stampen!' "Sommige deelnemers moeten daarbij worden begeleid om die competenties te verwerven die ze nodig hebben om de eigen verantwoordelijkheid te kunnen nemen." Mooi gezegd. Het jaar is nog jong...

Ook voor mij trouwens, dit is pas het tweede optreden dit jaar, het laatste alweer 14 dagen geleden. Ik moet rekening houden met de enigzins vertragende echo die de kerk eigen is, maar het gaat heel erg lekker. Ook de paar nieuwe dingetjes komen goed over ("De Oranjes die de geschiedenis van dit land hebben geschreven; en herschreven, zoals ik vorige week las"). Ik weet al snel dat het niet meer mis kan gaan, een heerlijk gevoel. Nog een apart stukje over onderwijs ingevoegd. Dan slotapplaus, buigen, bloemen.

Tussen de mensen door naar buiten. Iemand zegt: "Daar moet je iets mee doen! Cabaret, of zo." Sure. Zo'n stoffig ministerie is toch helemaal niets voor mij.

Alleen op een bank, tegenover het standbeeld van Desiderius Erasmus, even rustig chinezen met mijn volledig legaal verkregen adrenaline. (By the way, dit was mijn 100e post!).

That's Right People, This Is Where I Live!

Ik wist het niet, maar ik blijk vanuit de VS te twitteren. Meer bepaald vanuit New Jersey. Als je verder inzoomt zie je, dat ik mijn warme melk zet in my old rundown shack in 'Little Creek Wildlife Area'. Een schitterend gebied, if I say so myself. Al ben ik er nooit geweest. Een heerlijk gebied in ieder geval om rustig te twitteren. Only them hotdamn alligators they keep a-nagging me. Even intrigerend overigens vind ik de mededeling: 'DaTwitterPiet in de sashmi is op." Bedoeld is: shashimi; waarschijnlijk een typefout van mij. (Ik twitterde een keer over een sushi shashimi). Maar denken ze nou echt dat ik mijn berichten verspreid vanuit cafe "In de shashmi is op" vanuit "Little Creek Wildlife Area'? You heard that right boy, the shashmi is up.

maandag 3 september 2007

Nieuwste Rage: Vechten Op Google!

Het gevecht om aandacht wordt op Googlefight een gevecht waarbij letterlijk het aantal hits worden geteld. Ik dacht, ik begin makkelijk: met vrouwen. Geertje Kindermans was geen partij. (Sorry, Geertje). Marina van Dongen was behoorlijk tough. Maar ik won. Toen dacht ik, kom op, ik pak de docenten! Dus vocht ik met enkele docenten zoals Arie van den Berg, Anja Sicking, Jan van Aken en Nico Dros. Dat ging vrij lekker, al was Arie taaier dan ik gedacht had. Daardoor overmoedig geworden daagde ik Pablo Neruda uit. Die stap bleek iets te groot. Dat gevecht liep niet goed af! Typisch DaPiet. Nu moest ik weer iemand van mijn eigen grootte weten te vinden. Wil iemand mij uitdagen? Bringeth Them Onest! Kees Verkerk? Ha! Coen Moulijn? Coen wie? Johan Huizinga? Willem Drees? Joop den Uyl? Dries van Agt? Pygmeeën zijn het, meneer. Er is hier niemand van mijn statuur. Dan moet ik echt naar het buitenland gaan. Een Kennedy, een Neruda. Dit land is te klein voor mij! (DaPiet is moe en gaat slapen).

zondag 2 september 2007

Geschiedenis In Twee Minuten (2): Midden-Oosten

Geschiedenis van het Midden-Oosten in de magnetron: "Who has controlled the Middle East over the course of history? Pretty much everyone. Egyptians, Turks, Jews, Romans, Arabs, Persians, Europeans...the list goes on. Who will control the Middle East today? That is a much bigger question." (Twee keer klikken op Play. Voor full screen versie, bezoek de website 'Maps of War').

Geschiedenis In Twee Minuten (1): Religies



Gemaakt door de mensen van 'Maps Of War': "How has the geography of religion evolved over the centuries, and where has it sparked wars? Our map gives us a brief history of the world's most well-known religions: Christianity, Islam, Hinduism, Buddhism, and Judaism. Selected periods of inter-religious bloodshed are also highlighted. Want to see 5,000 years of religion in 90 seconds? Ready, Set, Go!" (Twee keer klikken op Play. Voor full screen versie bezoek de website 'Maps of War').

HOT NEWS: Nieuwe Blogster Aan Het Firmament

Met ingang met heden een nieuwe blog, namelijk: Maruca. 'Maruca: Verslag van een zoektocht naar de Nederlandse vrouw van Pablo Neruda.' Pauline Slot onderneemt deze zoektocht, die, als alles voorspoedig verloopt, zal uitmonden in haar vijfde roman. En U als lezer mag getuige zijn van deze zoektocht. Die ook een worsteling zal zijn van een schrijster met het materiaal, de schaal van de wereld (ze zal o.a. naar Spanje, Chili en Indonesië reizen voor het boek) en de geheimen die men voor haar verborgen wil houden. Het belooft in ieder geval erg avonturlijk te worden. Wij wensen haar veel succes toe!

zaterdag 1 september 2007

Multiculinair: Hans Teeuwen Maakt Halal Gehakt



De Meiden van Halal lijken onafhankelijk, goed gebekt, intelligent. Juist daarom valt op hoe beperkt ze worden door de dogmatiek van hun denkbeelden. Of: hoe fataal religie is voor de humor. En omgekeerd. Een fragment uit "Bimbos en Boerkas" van de NPS. Uitzending gemist? Klik hier om het helemaal te zien.

In dit programma liep overigens de zogenaamde islam-leraar weg, omdat hij een vrouw met een minirok zag. En werd gevolgd door zijn volledig gesluierde echtgenote. Op gepaste afstand natuurlijk. Later kwam hij terug, maar de vrouw met de minirok moest buiten zijn zicht gaan zitten, meldt de website van het Algemeen Dagblad. De leraar was overigens de zoon van de imam die Verdonk geen hand wilde geven. En met z'n tweeen hadden ze Pauw en Witteman al eens zover gebracht dat ze geen alcohol schonken in de uitzending. (Wat jammer was voor Jan Marijnissen).

Leon de Winter verweet zowel de Meiden als de Leraar hypocrisie omdat ze om het onderwerp van de afvalligheid heendraaiden. Daar staat de doodstraf op. (In het Engels heet afvalligheid 'hypostasy'). Helaas kan die straf alleen worden opgelegd in een maatschappij waar de sharia heerst. Zover is het in Nederland nog niet.

Wat kan het effect van een dergelijke uitzending zijn? Wederzijds begrip, of weer een aantal zetels voor Wilders? Ik kreeg van het interview met Teeuwen al zo'n hoge bloeddruk, dat ik niet gemotiveerd was om het hele programma te bekijken. Het soort opwinding waardoor je zelf ook weer een kakelende biokip wordt in de meningen-industrie die de media hebben opgezet. 'Uitzending gemist?' Houden zo. (Maar toch, het fragment is onbetaalbaar).