Ik heb de afgelopen dagen zoals iedereen natuurlijk veel over de Engelsen nagedacht. En ik kwam tot de conclusie dat ik eigenlijk wel een beetje genoeg van ze had.
Zo geweldig zijn ze nou ook weer niet. Neem nou hun televisie. Al mijn hele leven zit ik ermee opgescheept. Omdat het zo goed zou zijn. Well… Ik noem zomaar wat titels die me te binnen schieten.
‘Some Mothers Do ‘Ave ‘Em’: Het eindeloze geschmier van een bedplassende zenuwpees. (‘Ooow, Beeeeetteeeeyyyyy’.)
‘George en Mildred’: Een schmierende pantoffelheld met overbite en druipsnor. En een ‘wife from hell’ die hem schmierend onder de plak houdt.
Al die toneelstukken die hier door het Theater van de Lach werden uitgevoerd: geschmier met 12 slaande deuren, en: “Mevrouw Woodcock heeft óók een áántal héle stérke púnten.”
‘Dad’s Army’; ‘Allo Allo’; ‘O, Moeder Wat Is Het Heet’: Allemaal ondragelijk geschmier met de oorlog als excuus. Een moderne bewerking van ‘Dad’s Army’ zenden ze, bijna 40 jaar na begin van de originele serie, nog steeds elke zaterdagavond uit. Op prime-time.
Steevast, met kerstmis, al 100 jaar, de sketch: ‘Dinner for One’. De steeds dronkener wordende butler, die telkens over de tijgerkop van een op de grond liggende huid dreigt te struikelen. Carry On Schmiering! Niet voor niks luiden de twee bekendste zinnen: “Same procedure as last year?”, en: “Same procedure as every year”.
Die hele generatie kwam rechtstreeks uit de revue, uit het vaudeville-theater. Zelfs elke íngeblikte lach wisten ze nog uit te melken tot die zo plat was als de tiet van een Sahel-geit.
‘Coronation Street’, ‘Eastenders’: Eindeloze lower class-series over chagrijnige dikke wijven met haarnetjes, gezeur van doorrookte, te heet gewafelde hoogtezonblondines en getatoeëerde, dartsgooiende pubzuipers.
‘Are You Being Served’: Dat werd dan als bevrijdend ervaren dat er een homo in zat; nu lijkt het eerder knappe satire: geschmier dat tegelijk homofoob en seksistisch is.
‘Upstairs Downstairs’, ‘Downton Abbey’: Kostuumdrama’s uit de motteballendoos, dronken vossejagers, zwangere bediendes en pinnig schmierende ‘dowagers’.
Hun detectives: ‘Midsummernight Murders’; ‘Miss Marple’, etcetera: Over pittoreske dorpjes die maar niet uitgemoord willen raken, stomvervelend eenduidig, éénlagig wc-papierdrama, dat in Nederland onder de palliatieve zorg valt. Als die series stoppen, komen twee miljoen bejaarden er achter dat ze eigenlijk al jaren dood zijn.
Nee, zelfs ‘Monty Python’ is achteraf strontvervelend, begrijp niet wat ik er ooit aan vond: schmieren met een dode papegaai.
Hun zogenaamde kwaliteit is een misverstand. De Engelsen vormen een regressief volkje dat terugverlangt naar hun verrotte ouwe samenleving van klassenstrijd en vakbondsgezever, naar de gezelligheid van oorlog en tegenspoed, naar hun imperium van zware tweedjassen, dikke pap en dreadnoughts. Net als Jogi Löw, de Duitse bondscoach, kicken ze vooral op de piskristallen in hun ouwe onderbroek. Sinds de ineenstorting van hun wereldrijk genieten ze van hun eindeloze nederlagen. Dat is hun stiekeme ambitie: dáár dan weer de beste in zijn.
Weet je wie alles bedierf? Andy Murray. Een Schot, ja. Een echte Engelsman zou Wimbledon nooit gewonnen hebben. De echte Engelse held was Tim Henman. Die Wimbledon. Nooit. Won. Maar er telkens wel tantalizingly heerlijk dichtbij was. O, how he was able to snatch glorious defeat from the jaws of victory!
De echte Engelse held was Scott. Hij bereikte de Pool. Niet als eerste. Amundsen, die dat wel deed, wist heel goed wat dat achterbakse heldendom inhield: toen hij het bericht van Scott’s dood hoorde zou hij gezegd hebben: “Heeft hij toch nog gewonnen.” (En ik voeg er op persoonlijke titel aan toe: “De lul.”) Af en toe halen ze een ouwe onderbroek van Scott uit een stapel en ruiken er verheerlijkt aan. Ze willen helemaal niet succesvol zijn. Ze willen niet modern zijn. Ga maar eens 48 uur onafgebroken naar NostalgieNet zitten kijken, dan weet je zo ongeveer wat het is om een Engelsman te zijn.
Dit is hun tweede Finest Hour. Dit is hun tweede Duinkerken. Dit keer zijn ze, zonder dat er ook maar één Duitser aan te pas komt, uit Europa gevlucht, terug naar hun bekrompen groene eilandje. Nou. Geniet er maar van. Stik daar maar lekker in je spek en je worstjes. Zak maar door het plafond van je vervallen ‘Bed and Brexit’. Ga maar lekker zitten schmieren in je smerige ouwe industriesteden. Val dronken van je paard tijdens de vossenjacht, en dood. Geniet maar van die schaamteloze schmierders onder de politici: Johnson en Farage. Go ahead. Help yourself. It’s Goodbye. And good riddance. O, and Miiiiiister Rummmbooold: neem je tv-rommel mee. Dramaqueenerig schmiervolkje.
(Zo. Volgende week weer wat leuks over de Engelsen.)
Zo geweldig zijn ze nou ook weer niet. Neem nou hun televisie. Al mijn hele leven zit ik ermee opgescheept. Omdat het zo goed zou zijn. Well… Ik noem zomaar wat titels die me te binnen schieten.
‘Some Mothers Do ‘Ave ‘Em’: Het eindeloze geschmier van een bedplassende zenuwpees. (‘Ooow, Beeeeetteeeeyyyyy’.)
‘George en Mildred’: Een schmierende pantoffelheld met overbite en druipsnor. En een ‘wife from hell’ die hem schmierend onder de plak houdt.
Al die toneelstukken die hier door het Theater van de Lach werden uitgevoerd: geschmier met 12 slaande deuren, en: “Mevrouw Woodcock heeft óók een áántal héle stérke púnten.”
‘Dad’s Army’; ‘Allo Allo’; ‘O, Moeder Wat Is Het Heet’: Allemaal ondragelijk geschmier met de oorlog als excuus. Een moderne bewerking van ‘Dad’s Army’ zenden ze, bijna 40 jaar na begin van de originele serie, nog steeds elke zaterdagavond uit. Op prime-time.
Steevast, met kerstmis, al 100 jaar, de sketch: ‘Dinner for One’. De steeds dronkener wordende butler, die telkens over de tijgerkop van een op de grond liggende huid dreigt te struikelen. Carry On Schmiering! Niet voor niks luiden de twee bekendste zinnen: “Same procedure as last year?”, en: “Same procedure as every year”.
Die hele generatie kwam rechtstreeks uit de revue, uit het vaudeville-theater. Zelfs elke íngeblikte lach wisten ze nog uit te melken tot die zo plat was als de tiet van een Sahel-geit.
‘Coronation Street’, ‘Eastenders’: Eindeloze lower class-series over chagrijnige dikke wijven met haarnetjes, gezeur van doorrookte, te heet gewafelde hoogtezonblondines en getatoeëerde, dartsgooiende pubzuipers.
‘Are You Being Served’: Dat werd dan als bevrijdend ervaren dat er een homo in zat; nu lijkt het eerder knappe satire: geschmier dat tegelijk homofoob en seksistisch is.
‘Upstairs Downstairs’, ‘Downton Abbey’: Kostuumdrama’s uit de motteballendoos, dronken vossejagers, zwangere bediendes en pinnig schmierende ‘dowagers’.
Hun detectives: ‘Midsummernight Murders’; ‘Miss Marple’, etcetera: Over pittoreske dorpjes die maar niet uitgemoord willen raken, stomvervelend eenduidig, éénlagig wc-papierdrama, dat in Nederland onder de palliatieve zorg valt. Als die series stoppen, komen twee miljoen bejaarden er achter dat ze eigenlijk al jaren dood zijn.
Nee, zelfs ‘Monty Python’ is achteraf strontvervelend, begrijp niet wat ik er ooit aan vond: schmieren met een dode papegaai.
Hun zogenaamde kwaliteit is een misverstand. De Engelsen vormen een regressief volkje dat terugverlangt naar hun verrotte ouwe samenleving van klassenstrijd en vakbondsgezever, naar de gezelligheid van oorlog en tegenspoed, naar hun imperium van zware tweedjassen, dikke pap en dreadnoughts. Net als Jogi Löw, de Duitse bondscoach, kicken ze vooral op de piskristallen in hun ouwe onderbroek. Sinds de ineenstorting van hun wereldrijk genieten ze van hun eindeloze nederlagen. Dat is hun stiekeme ambitie: dáár dan weer de beste in zijn.
Weet je wie alles bedierf? Andy Murray. Een Schot, ja. Een echte Engelsman zou Wimbledon nooit gewonnen hebben. De echte Engelse held was Tim Henman. Die Wimbledon. Nooit. Won. Maar er telkens wel tantalizingly heerlijk dichtbij was. O, how he was able to snatch glorious defeat from the jaws of victory!
De echte Engelse held was Scott. Hij bereikte de Pool. Niet als eerste. Amundsen, die dat wel deed, wist heel goed wat dat achterbakse heldendom inhield: toen hij het bericht van Scott’s dood hoorde zou hij gezegd hebben: “Heeft hij toch nog gewonnen.” (En ik voeg er op persoonlijke titel aan toe: “De lul.”) Af en toe halen ze een ouwe onderbroek van Scott uit een stapel en ruiken er verheerlijkt aan. Ze willen helemaal niet succesvol zijn. Ze willen niet modern zijn. Ga maar eens 48 uur onafgebroken naar NostalgieNet zitten kijken, dan weet je zo ongeveer wat het is om een Engelsman te zijn.
Dit is hun tweede Finest Hour. Dit is hun tweede Duinkerken. Dit keer zijn ze, zonder dat er ook maar één Duitser aan te pas komt, uit Europa gevlucht, terug naar hun bekrompen groene eilandje. Nou. Geniet er maar van. Stik daar maar lekker in je spek en je worstjes. Zak maar door het plafond van je vervallen ‘Bed and Brexit’. Ga maar lekker zitten schmieren in je smerige ouwe industriesteden. Val dronken van je paard tijdens de vossenjacht, en dood. Geniet maar van die schaamteloze schmierders onder de politici: Johnson en Farage. Go ahead. Help yourself. It’s Goodbye. And good riddance. O, and Miiiiiister Rummmbooold: neem je tv-rommel mee. Dramaqueenerig schmiervolkje.
(Zo. Volgende week weer wat leuks over de Engelsen.)