dinsdag 5 juni 2012

In Memoriam


Mijn vader was een karakteristieke man. Hij stamde uit 1923.  Sterk en betrouwbaar, als een model T-Ford uit datzelfde jaar: zonder al die moderne poespas, zonder antiblokkeersysteem, zonder  zijspiegelverwarming,  reed altijd en overal.

Mijn vader was een energieke man.  (Daarom was de fase waarin hij sterk verzwakte ook moeilijk aan te zien.)

Energiek en gedreven was hij van zichzelf al. Toen kwam daar de oorlog: in de bloei van je leven, met alle verwachtingen die daarbij horen, vijf jaar lang moeten wachten op een nieuw begin, soms in spanning verborgen in een hooiberg, terwijl de Duitse soldaten op 30 cm van je langslopen.

Daarna brak alles naar buiten in de wederopbouw. Hij rondde binnen vier jaar twee volledige studies af. Daarna snel een baan zien te vinden. Trouwen, een huis kopen, kinderen opvoeden.  Dit alles met een bewonderenswaardig doorzettingsvermogen, waarbij de psychologie soms achterbleef.

Ik geloof dat vooral Dirk en ik al dat dat aanpakken, doorpakken, inpakken en uitpakken ook als een soort druk hebben ervaren. Mijn ouders waren de uitroeptekens: dan waren wij de vraagtekens. Wij waren de vraag op hun antwoorden.

Energiek, doortastend soms op het botte af. Tijdens een van onze eerste reizen stonden wij in Joegoslavië te wachten op de bus. In die contreien is dat een gebeurtenis. Want een vertraging wordt meestal niet in minuten noch in uren gemeten. De deuren gingen open en Pa zwiepte met zijn zware koffer een kleine Joegoslaviër onder een van de voorwielen. Dirk en ik natuurlijk uiterst verontwaardigd. Later dacht ik: als hij dat niet gedaan, hadden wij er nu nog gestaan.

Mijn vader was een echte man: krachtig, zoals je wilt dat je vader is. Hoe hij daar brullend als een walrus het koude water over zijn brede borstkas aan het pletsen was. Hoe hij zijn wang iets omhoog trok om zijn hals beter te kunnen scheren. Hoe snel hij fietste op zijn Fongers. Die kracht wilde je evenaren. Ik weet niet meer precies op welke leeftijd, maar ik kan nog wel herinneren dat ik hem er voor het eerst uit fietste. 



Mijn vader was een emotionele man. Sentimenteel, in zijn verknochtheid aan zijn moeder, aan Wilhelmina - ik denk dat dat zijn moeder was-, aan de familieband, aan het oude Holland. Emotioneel, maar afgezien van de laatste jaren - dat hoorde bij hem blijkbaar bij het ouder worden- niet openlijk, het tonen van al te grote emoties hoorde niet bij deze generatie.

Als Pa terug was van een van zijn verre reizen, en je had hem niet horen thuiskomen, dan wist je de volgende morgen dat hij er was doordat de kranen zo krachtig dichtgedraaid waren dat je ze niet meer open kreeg. Dit is voor mij altijd een symbool gebleven. Zoals je uit de kracht van zijn sterke hand op je schouder bij het vertrek ook de liefde moest destilleren. Maar aan die vertaalactie waren wij gewend.

Mijn vader was een erudiet man. Zijn kennis strekte zich niet alleen uit tot zijn vakgebied maar ver daarbuiten.

Mijn vader was eigenlijk een wandelende encyclopedie, voor hem dus ook geen noodzaak voor internet in Google. De liefde voor kennis en voor boeken hebben we dus zeker van hem meegekregen en ook overgenomen.

Alleen zeg ik wel eens: bij mijn ouders was het honger naar kennis, bij ons toch vaak meer lekkere trek, het was allemaal iets vrijblijvender.

Maar  dat was ook hetgeen ons al die tijd verbond, in gesprekken, discussies, ruzies. Vaak was de grens tussen die fenomenen uiterst dun. Ook al omdat mijn vader door zijn stelligheid en gedrevenheid ook tegenspraak opriep, uitlokte. Maar toch: Verbondenheid in verdeeldheid was ons motto.

Erudiet. Ik herinner me nog dat ik het ziekenhuis bezocht waar Pa  toen net een operatie had ondergaan voor het plaatsen van een pacemaker. De narcose zal nog maar kort zijn uitgewerkt geweest, of hij lag alweer te praten, tot verbazing van de zaal, over het belang van het concilie van Nicea, ja het eerste concilie van Nicea van 325, bijeengeroepen door Constantijn de Grote; over de ongelooflijke betekenis van de figuur van Karel V voor de geschiedenis van de vroege Nederlanden, maar dan eigenlijk nog met name diens tante Margaretha van Oostenrijk , je weet wel degene die vanuit Mechelen op zulke kundige wijze onze toenmalige landen wist de besturen;  et cetera et cetera.

Met het stilstaan van zijn hart ging ook dat grote brein verloren waarin al die eruditie was opgeslagen. Het beeld dat bij me opkomt is dat van een duin van kennis dat terugstort en aldus wordt prijsgegeven aan de zee.

Mijn vader was vaak ook een moeilijke man. Dit betrof dan meestal het patriarchale aspect van zijn persoonlijkheid. Alles moest wel op zijn manier gebeuren. Het eten om zes uur. Met vlees. Anderen kletsten, hij praatte.

Maar ik denk ook: wij houden uiteindelijk van mensen meestal ondanks hun zwakten, niet dankzij hun onmiddellijk in het oog springende voortreffelijkheden.

Mijn vader was een zender; vaak een zendeling; nog vaker een roepende in de woestijn. Mijn vader hield hardnekkig vast aan zijn eigen gelijk. En nu had hij ook vaak gelijk. Hij voorspelde de ineenstorting van het communisme. Hij zag in 1976 al problemen met het islamitisch fundamentalisme. Hij geloofde niet in de euro.

Met zijn stellige meningen had hij natuurlijk vaak aan de stok met de studenten uit de jaren 70, en met ons. Dus thuis eens lekker bijkomen van zijn werk was er niet bij.

Ik herinner me dat hij zich vaak verbaasde over de dogmatiek van de studenten waarmee hij naar de Sovjet-Unie reisde. Toen ze ergens een monument gewaar werden waarop in het Russisch stond: wie niet werkt  zal niet eten, wilden ze dat niet geloven. Toen hij voorstelde de Russische tekst te kopiëren en het in Nederland, als ze hem dan toch niet vertrouwden, aan een objectief iemand met kennis van het Russisch te vragen wezen ze ook dit verontwaardigd van de hand.

Mijn vader was een zorgzame man, een zorgzame vader. Voor de opvoeding van de kinderen liep hij bepaald niet weg. Voor ons geen 'One Minute Bedtimes Stories' voor het slapen gaan. Hele boeken kregen wij voorgelezen, tegenwoordig noemt men dat audio boeken. 'De negerhut van oom Tom' . 'Alleen op de wereld'. Een van zijn eigen en voor ons ook dierbare herinneringen was hoe hij altijd, tot wel drie keer toe moest stoppen bij de dood van het aapje, dat kwam natuurlijk door Dirk.

De voortdurende steun die hij sommigen van de kinderen, mij vooral, heeft gegeven in moeilijke tijden. Op het gebied van de cultuur heeft hij ons alles aangeboden dat maar aan te bieden was. Onvergetelijk was voor ons de eerste buitenlandse reis naar Londen in 1970 met hem.

Herinneringen ook aan alle mooie vakanties die wij samen hebben beleefd. De sensatie toen we voor het eerst de bergen van Oostenrijk zagen. Onze enigszins traumatische reis, de dag vlak na de verloren WK van 1974, toen wij in een DAF met een Nederlands kenteken een groot stuk door Duitsland moesten rijden. Alle latere reizen die wij samen met hem hebben ondernomen.



Met deze en andere fijne herinneringen blijven we achter. En zullen hem nog elke dag missen.


Op de rouwkaart staat dat hij eindelijk zijn rust heeft gevonden. Dat is natuurlijk waar. En er was ook on-rust, veel moeite en verdriet. Verdriet dat niet altijd verwerkt kon worden.



Maar je kunt het ook positiever zien:  Mijn vader was na een moeilijk begin opgenomen in het bevredigende verhaal van al onze ouders, van de opgaande lijn die in 1945 werd ingezet en eigenlijk wel 60 jaar voortduurde. Tijd waarin een gezin kon worden gesticht, goede banen werden verworven; reizen konden worden gemaakt; een huis kon worden gekocht, dat  30 jaar voor zijn uiteindelijke dood ook al was afbetaald; waarin de kinderen groot werden gebracht en goed terecht zijn gekomen.Dus mag er vooral ook blijdschap en dankbaarheid zijn over een voltooid leven,  dat 88,5 jaar heeft geduurd.

Geen opmerkingen: