Met betrekking tot Victor Froelke's kapperscolumn van deze week in het boekgedeelte van FD.persoonlijk moet mij het volgende van het hart. In mijn dissertatie "Coiffure Litteraire - Hairstyles of Women Nobel Prize Literature Winners" (Cambridge Press, 2008) toon ik juist aan dat de bob-kapsels van bijvoorbeeld Sigrid Undsett (1928) en Pearl S. Buck (1938) volstrekt tijdsafhankelijk waren, namelijk in de stijl van de zogenaamde flapper van de roaring twenties (zie hiervoor ook de boeken van Scott Fitzgerald). Het kapsel van Herta Müller (2009) moet beschouwd worden als een citaat van, en in die zin als een eerbewijs aan bovengenoemde flappers: eigenzinnige, creatieve vrouwen van een eerder decennium. Om op grond van een enkele duidelijke gestileerde foto - een vorm van ironisch (zie de opgedraaide punten!), postmodern commentaar dat de columnist geheel lijkt te ontgaan - zulke vergaande conclusies trekken, brengt de nog jonge capillaire wetenschap ernstige schade toe. (Overigens zal ik op het seksisme dat uit de column spreekt nader ingaan in mijn nog te verschijnen boek: 'Hij en Haar').
Prof. Dr. P. de Rijk, Vakgroep Studium Capillarium RU Utrecht.